De laatste cliënt

Dit verhaal gaat over een goedgemutste therapeut met een goedlopende praktijk. Hij heeft zijn leven keurig op orde.

Op zekere dag zit er aan het einde van zijn werkdag, nog een laatste cliënt in zijn praktijk te wachten. Hij denkt “Die zal ook nog wel met mij willen praten, ik ben wel moe na zo’n drukke dag en heb zin om naar huis te gaan, maar vooruit!

En hij zegt: kom binnen. De man neemt tegenover hem plaats en blijft hem de hele tijd zwijgend aankijken, op een manier zoals nog nooit iemand hem aankeek. De therapeut denkt eerst: nou ja, ik zal even wachten. Beetje geduld hebben, dan komt de man zo meteen wel los. Maar dat gebeurt niet.

Niks, alleen stilte

En dan begint de therapeut onrustig te schuiven op zijn stoel. Hij zegt: ‘Ja, ik begrijp het wel, het is heel moeilijk als je iets wil zeggen en je hebt er geen woorden voor. Je zit zo dicht, ik begrijp het heel goed!’.

therapeutMaar van de andere kant komt geen reactie. Niks, alleen stilte. De man kijkt en zit stil. Hij kijkt niet boosaardig of verontrustend of zo. Hij kijkt gewoon. De therapeut ziet van alles in die ogen, hij projecteert van alles in die blik. Hoelang die ontmoeting duurt weten we niet. Misschien is die man maandenlang teruggekomen. En elke keer zat hij daar stil, zwijgend.

En dan gebeurt er iets, niet met de cliënt, maar heel opmerkelijk met de therapeut. Heel zijn instrumentarium als professional, therapeut of als wat dan ook, niks van dit alles werkt. En tot zijn ontzetting merkt de therapeut dat hij zelf steeds onrustiger wordt, steeds meer gespannen. Er komt van alles bij hem op tegen deze man. Hij weet zich geen raad. Het wordt erger en erger. Wanhoop.

Web van verklaringen

Hij ontdekt dingen in zichzelf die hij niet wil zien. Angst, woede, onmacht, eenzaamheid. Hij ziet de Kaïn in zichzelf, de Hitler in zichzelf. Het liefst wil hij deze man vernietigen die ontsnapt aan het web van verklaringen, waar hij als mens en professioneel geschoold therapeut over beschikt. Zijn therapie helpt hem niet, zijn theologie helpt hem niet, zijn psychiatrische kennis helpt hem niet, evenmin als zijn sociale vaardigheid.

Niets en niets bleef er meer over. Het was schokkend, onthullend en verwarrend.  het was beangstigend. Daar stond hij met lege handen. Het niets, de leegte, de eenzaamheid. het was verschrikkelijk.
En dan kijkt hij de man weer aan.

Overgeven aan het niet meer weten

En dan gebeurt er iets. Plotseling.
Denk niet dat het een plotselinge bliksemflits was of zoiets. Ineens wordt alles anders. De therapeut heeft daar ook geen woorden voor. Het is een overgave. Een loslaten en overgeven aan het niet meer weten. En juist op dat moment breekt het licht door, juist daar als je zelf nergens meer bent.

Hij kijkt naar de ander en bedankt hem want hij weet: deze mens heeft mij gered. Want deze mens heeft aangedurfd wat deze therapeut nooit durfde. Hij durfde in zijn eenzaamheid te kijken, in de leegte, in de onmacht. De therapeut moet erkennen: ik dacht dat ik het was die hem moest bevrijden, maar hij bevrijdde mij uit al mijn webben, uit al mijn vooroordelen.

Vrij bewerkt naar een verhaal van Ton Lathouwers en Howard Cooper.

Ontdek verdiepende trainingen van ZenCenter:  2 daagse masterclass ZEN COACHING  of de 2 daagse training  DE KUNST VAN ZIJN. Vraag de brochure aan en neem contact op.

Liefde en Leiderschap

Ik herinner me een training die ik volgde over een ouder-kind relatie. We deden een rollenspel waarbij ik de vader speelde en een van de andere cursisten speelde mijn zoon. De bedoeling was dat de zoon zich afzette tegen de vader en op alle fronten tegendraads zou reageren. Of het nu ging over het opruimen van zijn kamer of het maken van huiswerk of het op tijd thuiskomen.

Wat ik ook deed en hoe ik ook tactvol probeerde te communiceren het baatte niet. Mijn ideeën over normen en verwachtingen werden stelselmatig ondermijnd. Ondanks dat het een rollenspel was voelde ik steeds meer mijn onmacht om de ander te bereiken.
Toen we weer eens tegenover elkaar stonden en mijn boosheid en onmacht een toppunt bereikte, merkte ik dat mijn onmacht plotseling overging in een overgave aan het niet meer weten en ik vanuit het diepste van mijn hart tegen hem kon zeggen: ,Ik weet het niet meer, ik weet alleen dat ik van je hou’.  
Toen brak er iets. Snikkend vielen we elkaar in de armen. Alsof we elkaar op het meest wezenlijke van ons Zijn hadden ontmoet. We wisten misschien niet hoe we met de situatie moesten omgaan, maar we vonden elkaar in de grondtoon van het bestaan.

Ik realiseer me dat veel vaders en moeders, maar ook leiders over de gehele wereld niet weten hoe ze met de situatie om moeten gaan, maar dat ten diepste de liefde altijd de grondtoon is voor een nieuw begin en een eeuwigdurend vertrouwen dat het goed komt. Ook als de ander misschien een crimineel is of lijnrecht staat tegenover jouw cultuur, normen of waarden.
Persoonlijk leiderschap nodigt ons uit om deze grondtoon van liefde overal en naar iedereen te laten doorklinken. Niet alleen als vader of moeder, maar ook als leidinggevende, onderwijzer, postbode of politicus. Liefde is een energie die niet de tegenstellingen doet verdwijnen, maar is wel de mystieke onderstroom van oneindig vertrouwen en medemenselijkheid.

Ben Hoogenboom

ZenCenter